Short  Mat  Bowls  Spelregels

A. Uitrusting

    1. De speelmat

    2. De voetmat

    3. Goot (gracht) en eindkeper

    4. Het middenblok

    5. De bollen 

    6. De jack

    7. Schoeisel

    8. Kleding

 

B. Speelvoorwaarden

    9. Speelvorm en tijdsduur

    10. Spelregels

 

C. Algemene spelvoorwaarden

    11. Proef ends (Trail ends)

    12. Tossen om te beginnen

    13. Als eerste spelen

    14. Plaatsen van de voetmat

    15. Plaatsen van de jack

    16. Afrolhouding op de voetmat

    17. Voetfout

    18. Verplaatsen van de eindkeper

 

D. De bollen

    19. Een levende bol is:

    20. Het merken van een raakbol

    21. Wat mag een raakbol doen

    22. Een dode bol (Dead bowl)

    23. Ondermat

    24. Lijnbeslissingen

    25. Bolverplaatsing

    26. Bol over de eindkeper

 

E. De jack

    27. Aanspeelbaarheid

    28. In de gracht

    29. Dode jack

    30. Dood end

    31. Weerkaatsende jack

    32. Jack over de eindkeper

    33. Jack verplaatsing

    34. Het in bezit zijn van de baan van de mat

    35. Spelers en hun plaats

    36. Spelers en hun plichten (taken)

          36.1 Skip

          36.2 Derde speler (Third) in een Fours-spel

          36.3 Tweede speler in een Fours-spel

          36.3 Tweede speler in een Triple-spel

          36.3 Eerste speler (Lead)

    37. Spelovertredingen

          37.1 Het volgen van de bol

          37.2 Spelen voordat de voorgaande bol tot rust gekomen is

          37.3 Verwisselen van de volgorde van de spelers

          37.4 Spelen voordat men aan te beurt is

          37.5 Het spelen van een verkeerde bol

          37.6 Het verwisselen van de bollen

          37.7 Het verlaten van de speelmat

          37.8 Afwezige spelers

          37.9 Spelen met een ontbrekende speler

          37.10 Voorwerpen op de speelmat

    38. Puntentelling

          38.1 De punten

          38.2 Meting

          38.3 Onbeslist end (Tied end of live end)

    39. Extra end

    40. Matchbeslissingen

    41. Toeschouwers

    42. De plichten van de markeerder

    43. Plichten van de scheidsrechter

 

F. Competities

 

Woordenschat

 

Commentaar bij de regels

 

Afmetingen

Reglementen Short Mat Bowls (korte mat)

A. Uitrusting

 

1. De speelmat

    a) Beschrijving: De mat zal van zodanig materiaal en kwaliteit zijn om een redelijke spelsnelheid te bereiken die de gemiddelde speelsnelheid benadert van een grasspeelveld. De mat moet goedgekeurd zijn door de Vlaamse Short Mat Bowls Federatie. De mat zal van één kleur zijn en zonder motief. De maximumlengte is 13,716 meter (45ft) en de minimumlengte is 12,192 meter (40ft) de goot of grachtlengte inbegrepen.
De breedte zal 1,828 meter (6ft) met een tolerantie van 5cm (2”) zijn.
De vloeroppervlakte moet zo waterpas mogelijk zijn.

    b) Markeerlijnen: De speelmat zal afgelijnd zijn met witte markeerlijnen van ± 1,25 cm (1/2 “) max. breedte. Deze lijnen mogen van zelfklevend materiaal zijn, geverfd zijn of geweven in het materiaal.

    c) Goot (gracht) en dode lijnen: De lijn die de goot voorstelt zal van één zijde over de volledige breedte van de mat naar de andere zijde van de mat gaan, en dit op 30,48 cm (1ft) van het uiteinde van de mat (eindkeper).
Deze lijn is ook een dode lijn. De 2 de dode lijn zal getrokken zijn op 274,32 cm (9ft) van de gootlijnen en zo de dode zone markeren.

    d) De afrollijnen: De afrollijnen staan haaks op de gootlijn en zijn 137,16 cm (4,6ft) lang. Zij zullen 33 cm (13”) van de aslijn van de mat verwijderd zijn.

    e) De jacklijn: De jacklijn zal 91,44 cm (3ft) lang zijn en in de aslijn van de mat liggen, met één uiteinde 91,44 cm (3ft) van de gootlijn en het andere uiteinde 91,44 cm (3ft) van de dode lijn.

    f) Voetmatlijnen: De voetmatlijnen staan haaks op de gootlijn en beperkt in lengte tussen de gootlijn en de eindkeper. Zij zullen elk 17,78 cm (17”) van de aslijn van de mat verwijderd zijn.

    g) Het middenbloklijn: het middenbloklijn is 38 cm (15”) lang en staat loodrecht op de aslijn van de mat en in ’t midden van de lengte van de mat. De uiteinden zullen even ver verwijderd zijn van de zijkanten van de mat.

 

2. De voetmat

De rubberen voetmat is 60,96 cm (24“ of 2ft) lang en 35,56 cm (14“ of 1ft2“) breed.

 

3. Goot (gracht) en eindkeper

De breedte van de goot zal 30,48 cm (12”) zijn. Hij zal omgeven zijn aan de zijkant en achterkant door een eindkeper van 7,6 cm (3”) (mag 7 cm zijn) hoogte en niet meer dan 7,6 cm (3”) breedte. De eindkeper zal wit gekleurd zijn en niet bekleed zijn met een ander materiaal.

 

4. Het middenblok

Het middenblok is 38 cm (15”) lang, 7,6 cm (3”) hoog ( mag 7 cm zijn) en niet meer dan 7,6 cm (3”) dik, wit van kleur en zal niet bedekt zijn door één of ander materiaal. Het mag ook een molentje zijn en de blok mag afgerond zijn.

 

5. De bollen

    a) De diameter is min.: 11,43 cm (4 ½”) en max.: 13,335 cm (51/4”).
Het gewicht zal niet meer dan 1,5876 kg (3 ½ lb) bedragen.
Gekleurde bollen worden in België toegelaten.

    b) Het verzwaren van de bol is verboden.

    c) Gekleurde stickers mogen gebruikt worden om het onderscheid te maken tussen 2 ploegen of clubs. Het gebruik van zulke stickers zal beschouwd worden als één geheel met de bol. Het overplakken echter van bestaande stickers met andere kan leiden tot klacht van de tegenpartij en de bol kan ongeldig verklaard worden en uit het spel genomen.
(Commentaar: door op elkaar geplakte of te dikke stickers kan zowel de curve van de bol als de meting vervalst worden).

    d) Bias 3 bollen worden aanbevolen.

 

6. De jack

De jack zal rond en geel zijn en voor dit doel speciaal gemaakt.
Diameter min.:63,5 mm (2 ½ “) en max.:69,85 mm (23/4”)
De zwaargewicht jacks, genaamd  “extra heavyweight jacks“ worden voor dit doel speciaal gemaakt. (900g of 30 ounces)

 

7. Schoeisel

Schoenen zonder hielen zijn verplicht en moeten een vlakke zool hebben. Op de mat zijn ook hielloze gymschoenen, sportschoenen en dergelijke met volledig vlakke zool toegelaten.

 

8. Kleding

Wanneer in de KORTE MAT -wedstrijden bepaalde kledij voorgeschreven is, zal NIEMAND er aan mogen deelnemen die NIET VOLGENS DE VOORSCHRIFTEN GEKLEED IS.

Voorgeschreven kleding:

    - Een lange broek voor mannen + T shirt of polo van de club.

    - Een lange broek of rok voor vrouwen +T shirt of polo van de club.

 

 

B. Speelvoorwaarden          

 

9. Speelvorm en tijdsduur

Een spel kan gespeeld worden op één mat of op verschillende matten. Er kan gespeeld worden

    - op punten (21p)

    - op ends (af te spreken)

    - in een afgesproken tijdslimiet (wegens huur v.d zaal enz.)

 

10. Spelregels

    a) Een spel op de mat zal gespeeld worden als:

    I SINGLES Spel gespeeld door twee spelers, iedere speler spelend met  twee, drie of vier bollen. Iedere speler speelt afwisselend slechts 1 bol per beurt.

    II PAIRS Spel gespeeld door vier spelers, twee per ploeg. Iedere speler spelend met twee, drie of vier bollen (volgens afspraak). De twee 1ste spelers zullen elk hun bollen afwisselend spelen en slechts 1 bol per beurt. Daarna gaan zij naar de jackzijde en komen de SKIPS hun bollen op dezelfde afwisselende manier spelen.

    III TRIPLES Spel gespeeld door 6 spelers, drie per ploeg, iedere speler spelend met twee of drie bollen (volgens afspraak, max.18 bollen) Afwisselend spelen de 1ste spelers hun bollen, dan de 2de spelers telkens 1 bol. Daarna pas gaan de 1ste en 2de spelers naar de jackzijde en komen de SKIPS hun bollen op dezelfde afwisselende manier spelen.

    IV FOURS Spel gespeeld door 8 spelers, 4 per ploeg. Iedere speler speelt met TWEE bollen, afwisselend en slechts 1 bol per beurt. De spelers worden in speelvolgorde gerangschikt. 1ste speler; 2de speler; 3de speler en skip. Alle spelers (1ste+2de+3de) blijven aan de voetmatzijde de SKIPS aan de jackzijde. Wanneer de bollen van de 1ste, 2de, 3de spelers ALLEN zijn gerold DAN PAS gaan ze naar de jackzijde, terwijl de SKIPS naar de voetmatzijde gaan om er hun bollen te spelen, (afwisselend en 1 bol per beurt).

    b) Een match zal altijd gespeeld worden met een gelijk aantal spelers in iedere ploeg.
Commentaar:  Zie wel punt 37.9

 

 

C. Algemene spelvoorwaarden

 

11. Proef ends (Trial ends)

Proef of test ends om de mat te testen zullen enkel toegelaten zijn mits toestemming van de wedstrijdleiding.

Proef ends kunnen worden vervangen door een speciaal eerste end (inrol end). De wedstrijd wordt gestart, maar aan het einde van het eerste end, kan men maar slechts één punt scoren.

Bij een dood end in het inrol end gaat de punt onmiddellijk naar de tegenpartij en word de jack terug geplaatst om de rest van de bollen te spelen.

Dit dood end telt niet als dood end voor het verdere verloop van de wedstrijd,dus bij een volgende dood end in de wedstrijd door dezelfde ploeg word dit end gewoon herspeelt uit dezelfde richting zonder punten.

Zie reglement dood end blz.12 nr.30.

 

12. Tossen om te beginnen

    a) De kapiteins van de respectievelijke ploegen zullen tossen. De winnaar heeft de keuze of het voorrecht om als eerste te beginnen (enkel 1ste end) of zijn tegenstander te laten beginnen en dit voor alle matten.

    b) Wanneer men slechts op 1 mat speelt, zullen de 1ste spelers tossen en de winnaar heeft de keuze of het voorrecht om als eerste te beginnen (enkel 1ste end) of zijn tegenstander te laten beginnen.

 

13. Als eerste spelen

    a) Na het eerste end (zie nr.12 TOSS) zullen de volgende ends begonnen worden door de winnende partij van het vorig gespeelde end.

    b) In het geval van onbeslist end (tied end regel 38) of van een dood end (dead end, regel 30) zal de speler die het eerst speelde in dat end terug als eerste beginnen.

 

14. Plaatsen van de voetmat

    a) Bij het begin van het spel zal de startende 1ste speler de voetmat plaatsen tussen de voetmatlijnen, met de smalste zijde tegen de eindkeper aan.

    b) De voetmat mag tijdens het spel niet verplaatst worden. Indien dit toch bij toeval gebeurt, zal de volgende speler de mat weer in zijn juiste positie leggen.

    c) Als de laatste speler zijn laatste bol gespeeld heeft neemt hij de voetmat weg.

 

15. Plaatsen van de jack

    a) In een singles-spel zal de markeerder de jack op de jacklijn leggen, volgens de richtlijnen van de 1ste speler die het spel mag beginnen.

    b) Bij pairs, triples of fours is het de SKIP van de startende ploeg die de jack plaatst, om het even waar op de jacklijn.

 

16. Afrolhouding op de voetmat

Op het ogenblik van de afrol van zijn bol, zal iedere speler 1 voet op de mat plaatsen of boven de mat houden en dit binnen de grenzen van de voetmat. Zijn tweede voet moet zich binnen de grenzen van de afrollijnen bevinden.

Ook mag de eindkeeper niet geraakt worden of mag de voet zich niet boven de eindkeeper bevinden.  Het niet naleven van deze regels zal aanleiding geven tot een VOETFOUT.

Indien een speler over een hulpmiddel moet beschikken als steunpunt

(en dit met dokters attest) v.b. .bollen raper of stok moet dit hulpmiddel steeds binnen de afrollijnen geplaatst worden,als dit niet gebeurd zal dit als voetfout aanzien worden en mag de bol gestopt worden.

Zie reglement nr.17 (voetfout)

 

17. Voetfout

Na een eerste verwittiging zal

    a) in een singles spel de markeerder onmiddellijk de bol stoppen en uit het spel nemen wanneer hij een voetfout bemerkt.

    b) bij pairs, triples en fours de SKIP van de TEGENPARTIJ de bol stoppen en verwijderen wanneer hij een voetfout bemerkt.

De officieel aangeduide scheidsrechters voor de wedstrijd kunnen altijd spelers wijzen op voetfouten. Na één verwittiging kunnen zij ook een bol uit het spel nemen.

 

18. Verplaatsing van de eindkeper

    a) In een singles spel zal de markeerder de eindkeper in geval van verplaatsing ervan, terug op zijn originele plaats leggen. Hij zal ook eventuele verplaatste bollen of jack terug op hun plaats leggen waar ze oorspronkelijk lagen.

    b) Bij pairs, triples en fours zal de skip van de TEGENPARTIJ verantwoordelijk zijn voor het terug op zijn plaats leggen aan de eventueel verplaatste bollen, jacks en eindkepers.

    c) De eindkeper na elke verschuiving steeds terugleggen,is dit vergeten tijdens het spel kan dit nog mits overeenkomst van de skips of    leidinggevende spelers, dit moet zeker gebeuren nadat de laatste bowl gespeeld is, dus voor de metingen worden uitgevoerd.

Bij geen akkoord - scheidsrechter vragen.

 

 

D. De bollen

 

19. Een levende bol is:

a) Een afgerolde bol in beweging die normaal tot rust komt in het levend spelgebied.

b) Een afgerolde bol in beweging die de grachtlijn overschrijdt maar;
    - geen contact heeft met een raakbol of een jack in de gracht
    - geen contact heeft met de eindkeper
    - geen contact heeft met de vloer (buiten de mat)
    - geen contact heeft met het middenblok en er niet overgesprongen is en tot rust terugkomt in het levend spelgebied.

c) Een afgerolde bol in beweging die de jack rechtstreeks of weerkaatsend tegen een andere bol of bollen raakt. Zelfs wanneer deze bol in de gracht terechtkomt en de eindkepers raakt, nadat ze de jack geraakt heeft, blijft deze bol levend en wordt een RAAKBOL (TOUCHER) genoemd.

Wanneer een raakbol of een jack zich in de grachtzone bevinden zal hun positie verankerd worden. Dit gebeurt door met krijt een half maantje (boogje) te trekken op de mat. Wanneer zo’n raakbol of een jack door een andere bol (dode bol) dan een raakbol of jack verplaatst worden in de grachtzone, zal men deze terug in hun oorspronkelijke ligging plaatsen. Deze halve maantjes uit krijt zijn dan een uitstekende hulp.

Denk eraan in de grachtzone mogen de raakbol(len) of jack enkel verplaatst worden door een andere raakbol of jack die in de grachtzone binnengespeeld wordt. Dan worden de NIEUWE POSITIES terug met krijtmarkeringen verankerd.

Het heeft dus zijn voordeel één of meerdere raakbollen in het levend speelveld te hebben om later indien nodig deze door andere bollen door te stoten naar de grachtzone, omdat ALLEEN deze raakbollen in de grachtzone mogen liggen.

 

20. Het merken van een raakbol

    a) Een raakbol zal zichtbaar gemerkt worden met krijt door een van de bevoegde spelers voordat de volgende bol tot rust komt. Wanneer echter de volgende bol tot rust gekomen is en de raakbol niet aangekruist (aangetekend, gemerkt) is zal deze NIET MEER als een raakbol beschouwd worden. Tenzij de bevoegde spelers (markeerders of skips of scheidsrechters) van mening zijn dat het aankruisen van de raakbol de positie van de raakbol of andere bollen zou kunnen beïnvloeden door om te vallen, of te verplaatsen enz. In dat geval zal duidelijk gemaakt worden waarom men deze raakbol niet aankruiste en zal deze bol als raakbol beschouwd worden tot dat men in staat is deze raakbol aan te kruisen, als het gevaar geweken is.

    b) De markeerder in een singles spel zal iedere raakbol aankruisen en zal aan de spelers iedere raakbol aanduiden die hij niet in staat is onmiddellijk aan te kruisen.

    c) Raakbol -aankruisingen (van het voorgaande end) moeten verwijderd worden voordat men de bol terug in het spel brengt
Bij vergetelheid kruisjes afvegen ,de spelers speciaal hierop wijzen en eventueel een verwittiging geven.

    d) Indien er een bol gespeeld wordt waarvan de aankruising van vorig end nog niet verwijderd is, dan zal de bevoegde speler (markeerder, skip, scheidsrechter) zo vlug mogelijk deze markering verwijderen zodra de bol tot rust gekomen is. Mocht dat niet onmiddellijk mogelijk zijn, wegens het gevaar dat de bol zou vallen en de kop zou verstoren of dergelijke, zal men duidelijk aangeven dat van deze bol de aankruising zal verwijderd worden zodra de situatie het toelaat.

 

21. Wat mag een raakbal doen

    a) Een raakbol mag de jack of andere raakbollen verplaatsen in de gracht. Deze verplaatste raakbollen of jack behouden dan hun nieuwe positie.

    b) Raakbollen die weerkaatsen in de gracht, hetzij tegen de jack, hetzij tegen een andere raakbol, hetzij tegen de eindkepers, en terugkomen in het levend spelgebied, zullen in het speelveld blijven waar ze tot rust komen.

 

22. Een dode bol (Dead bowl)

Een bol is dood en moet van de mat verwijderd worden als:

    a) Er een afrol gebeurd is met een voetfout.

    b) De bol het middenblok raakt of erover springt.

    c) Indien de bol niet over het dode gebied geraakt.

    d) Indien de bol in de gracht terechtkomt zonder vooraf de jack geraakt te hebben (raakbol).

    e) Indien de bol in de gracht terechtkomt en de eindkeper raakt, of een zich in de gracht bevindende bol of niet aanspeelbare jack raakt, en dan terug in het levend speelveld komt.

    f)  Wanneer een deel van de bol de dode lijn raakt of overschrijdt.

    g) Wanneer de bol tot rust komt op de grachtlijn of indien zelfs een deel van de bol de grachtlijn raakt of overschrijdt tenzij het een raakbol is.

    h) Wanneer de bol de vloer raakt en als hij van de mat gaat.

    i)  Alle niet raakbollen in de gracht moeten altijd weggenomen worden zelfs op het eind van het end en dit voordat er gemeten word.

 

23. Ondermat

Een ondermat mag gebruikt worden en wordt beschouwd als vloer.

 

24. Lijnbeslissingen

Alle beslissingen of een bol de lijn raakt moet genomen worden VOORDAT de volgende bol gespeeld wordt. Bij gebrek aan zo een beslissing, voordat de volgende bol gespeeld is, zal de desbetreffende bol levend blijven.

 

25. Bolverplaatsing

a) Verplaatsing door een NIET RAAKBOL:
Een kop die verstoord is door hetzij:
I)   een bol gespeeld in een voetfoutpositie;
II)  een bol die het middenblok geraakt heeft of er overheen
      gesprongen is;
III) een bol die weerkaatst van een raakbol in de gracht;
IV) een bol die weerkaatst van een eindkeper,
V)  een bol of een jack in de gracht die verplaatst zijn door een
       NIET-RAAKBOL zal terug in zijn oorspronkelijke toestand
       hersteld worden door de SKIP van de TEGENPARTIJ of door de
       bevoegde speler (of markeerder, scheidsrechter) die aan dat
       speeleinde staat. En dan wordt het spel verder gezet.

b) Verplaatsing door een deelnemende speler:
Indien een bol in beweging of in rust op de mat, of een raakbol in de gracht, verplaatst wordt door een van de spelers, zal de SKIP van de TEGENPARTIJ de mogelijkheid hebben van:

I)   de verplaatste bol terug in zijn zo mogelijk oorspronkelijke plaatst
      terug te leggen
II)  de verplaatste bol laten liggen in zijn nieuwe positie
III) de bol DOOD verklaren en van de mat verwijderen of
IV) het end dood te verklaren. Het end moet dan terug gespeeld worden
       vanuit dezelfde speelrichting.

c) Verplaatsing door een NIET speler:
Indien een bol in beweging of in rust op de mat, of een raakbol in de gracht, verplaatst wordt door eender welke persoon die niet speelt of door een jack of bol van een andere mat of door één of ander voorwerp; dan zullen de twee skips een overeenkomst sluiten over het terugplaatsen van de bol in zijn oorspronkelijke positie. Indien de skips niet akkoord geraken, zal het end terug gespeeld worden in dezelfde speelrichting (dood end).

d) Verplaatsing door een markeerder:
Indien een bol verplaatst wordt door een markeerder door een aankruising of een meting zal deze bol teruggelegd worden in zijn zo oorspronkelijk mogelijke positie, na akkoord van de beide spelers.
Indien de beide spelers niet tot een akkoord kunnen komen, zal het eind opnieuw gespeeld worden vanuit dezelfde speelrichting (dood end). Ofwel indien een punt of punten reeds werden toegekend, zal de winnende speler het recht hebben de reeds toegestane punten te beschouwen als de uitslag van dat end.

e) Verplaatsing door een scheidsrechter:
Indien de scheidsrechter per ongeluk de jack of een bol verplaatst terwijl hij aan het meten is, zal hij deze terugleggen in zijn zo oorspronkelijk mogelijke ligging, voordat hij zijn beslissing meedeelt. Hij alleen zal dan de enige zijn die beslist in dat geval en zijn beslissing zal bindend zijn.

 

26. Bol over de eindkeper

Indien een bol met zo’n een kracht gespeeld wordt dat deze bol zelf of ingeval hij een andere bol raakt zodat ook deze bol over de eindkeper of zijn zijkanten vliegt, dan heeft de SKIP van de TEGENPARTIJ de mogelijkheden van;

a) drie punten op te eisen en het end als volledig gespeeld te beschouwen.

b) het end als volledig gespeeld beschouwen en de punten opeisen die tot op dat ogenblik gemaakt zijn.

c) het end gewoon verder spelen.

d) het end opnieuw spelen als in geval van dood end.

 

 

E. De jack

 

27. Aanspeelbaarheid

Een jack is aanspeelbaar en mag geraakt worden met een levende bol als de jack zich bevindt in het levend speelgebied. Zelfs als er zich slechts een deel van de jack in het levend speelgebied bevindt, dit in geval het grootste deel ervan de grachtlijn overschrijdt.

 

28. In de gracht

Een jack in de gracht blijft leven en mag niet verplaatst worden, tenzij door een raakbol.

 

29. Dode jack

De jack is dood in geval:

    a) Een deel van de jack op de vloer terechtkomt of op een andere oppervlakte anders dan de eindkepers.

    b) Wanneer de jack door een bol weggestoten wordt van de oppervlakte van de mat.d.w.z.:  hetzij over de eindkepers, hetzij van de zijkanten van de mat, hetzij over de dode lijn.

    c) Wanneer de jack weerkaatst wordt in het dood gebied of indien een deel van de jack de dode lijn overschrijdt.

 

30. Dood end

Wanneer de jack dood is zal het end niet tellen als een end in de puntentelling, zelfs als alle bollen in dat end gespeeld zijn.

Het end wordt in feite beschouwd als niet gespeeld en het zal terug gespeeld worden vanuit dezelfde richting als ervoor.

Wanneer men de match op tijd speelt kan men in geval men de winnende partij is, voortdurend dood-end spelen en zodoende de tegenpartij geen kans meer geven. De tijd loopt immers door in het voordeel van de winnende partij. Om dit te beletten wordt er slechts één dood end per ploeg toegestaan ,bij het 2de  dood end van dezelfde ploeg krijgt de tegenstrever 2 punten en het end telt als gespeeld en dus moet deze tegenstrever het volgende end beginnen.

Als een jack of bol spontaan van de mat rolt, wordt er een dood end gespeeld.,het dood end wordt niet aangerekend

Een wedstrijd kan nooit eindigen op een dood end dus word altijd herspeelt, indien het laatste end een tweede dood end is gaan twee punten naar de tegenpartij en word het end herspeelt uit dezelfde richting.

 

31. Weerkaatsende jack

Wanneer de jack tegen de eindkeper gestoten wordt en weerkaatst in het levend speelgebied, of weerkaatst van een raakbol in de gracht in het levend speelgebied, of wanneer de jack in de gracht gespeeld is en hij wordt door een raakbol geraakt, zodat hij in het levend speelgebied terechtkomt, zal het spel verder gespeeld worden op dezelfde manier alsof de jack nooit het levend speelgebied verlaten heeft.

 

32. Jack over de eindkeper

Indien de jack gedreven wordt over de achterzijde of over de zijkanten van de eindkeper door een speler zal de SKIP van de TEGENPARTIJ de mogelijkheid hebben van:

    a) Drie punten op te eisen en het end als volledig gespeeld beschouwen.

    b) Het end opnieuw spelen.

 

33. Jack verplaatsing

a) Verplaatsing door een niet -raakbol
Indien de jack verplaatst is door een bol welke:
I)    is gespeeld vertrekkende van een voetfout
II)  een niet -raakbol zijnde terugkaatst van de eindkeper
III) het middenblok geraakt heeft of er over gesprongen is
IV) een niet -raakbol zijnde de jack verplaatst in de gracht,
       dan zal de jack terug geplaatst worden op zijn zo oorspronkelijk
       mogelijke ligging door de SKIP van de TEGENPARTIJ of door
       een bevoegde speler die zich aan de jackzijde van de mat bevindt.

b) Verplaatsing door een deelnemende speler
Wanneer de jack in beweging is of in rust op de mat verstoord wordt door een speler, dan zal de SKIP van de TEGENPARTIJ de mogelijkheid hebben van:
I)   de jack terug plaatsen op zijn zo oorspronkelijk mogelijke ligging
II)  de jack te laten liggen waar hij nu is, of
III) het end opnieuw te spelen vanuit dezelfde speelrichting
IV) toekennen van strafpunten in de toekomst

c) Verplaatsing door een NIET -speler
Wanneer de jack in beweging is of in rust op de mat, verstoord of verplaatst of bewogen wordt door een niet-speler, of door een jack of een bol van een andere mat, of door een of ander voorwerp, dan zullen de skips samen overeenkomen waar de jack oorspronkelijk lag en hem daar leggen. Indien zij niet tot een akkoord kunnen komen zal dit end terug gespeeld worden vanuit dezelfde speelrichting als voorheen.

d) Verplaatsing door een markeerder
Indien de jack verplaatst wordt door een markeerder tijdens het meten zal hij zo dicht mogelijk in zijn oorspronkelijke ligging geplaatst worden, na akkoord van beide spelers.
Indien de beide spelers niet tot een akkoord kunnen komen, zal het eind opnieuw gespeeld worden vanuit dezelfde speelrichting.
Ofwel indien een punt of punten reeds werden toegekend, zal de winnende speler het recht hebben de reeds toegestane punten te beschouwen als de uitslag van dat end.

e) Verplaatsing door een speler die aan het meten is
Indien de jack per ongeluk verplaatst wordt door een speler die aan het meten is, zal de skip van de tegenpartij de mogelijkheid hebben:
I)    om de jack terug op zijn zo oorspronkelijk mogelijke plaats te leggen,
II)   om het punt erkennen of akkoord gaan met de punten die reeds toegekend zijn.
III) om akkoord te gaan met de punten (bollen) die reeds weggenomen zijn,
IV) om het end terug laten spelen, vanuit dezelfde speelrichting.

f) Verplaatsing door een scheidsrechter
Indien de scheidsrechter per ongeluk de jack verplaatst, terwijl hij aan het meten is, zal hij deze terugleggen in zijn zo oorspronkelijk mogelijke ligging, voordat hij zijn beslissing meedeelt. Hij alleen zal dan de enige zijn die beslist in dat geval en zijn beslissing zal bindend zijn.

 

34. Het in bezit zijn van de baan van de mat

    a) De baan van de mat zal in het bezit zijn van de partij wiens bol gespeeld wordt.

    b) De speler in het bezit van de baan van de mat, zal niet gestoord worden, niet lastig gevallen, niet geërgerd, niet uitgejouwd of op een of andere wijze zijn aandacht afgeleid worden (bvb. Opzettelijk hoesten, lachen, enz.) door zijn tegenstrevers.

    c) Van het ogenblik af dat de gespeelde bol tot rust komt, zal het bezit van de baan van de mat overgaan naar de tegenpartij. Wel moet er de nodige tijd gewacht worden om een raakbol aan te kruisen, dode bollen te verwijderen en om lijnbeslissingen te nemen.

 

35. Spelers en hun plaats

Spelers die op hun beurt wachten of geen controlerende functie uitoefenen, moeten van de mat af en achter de eindkeper staan.

 

36. Spelers en hun plichten (taken)

36.1 Skip

    a) De skip is de enige bevoegd aan zijn speelzijde, hij oefent een controlerende functie uit en zijn instructies moeten opgevolgd worden door al zijn spelers.

    b) Samen met de skip van de tegenpartij zal hij alle beslissingen nemen betreffende twijfelgevallen en punten. Wanneer de beide skips akkoord gaan is hun beslissing bindend. Wanneer de beide skips echter NIET akkoord gaan, zal één van de skips de scheidsrechter vragen te oordelen. Diens oordeel zal dan beslissend en bindend zijn.

    c) Hij zal verantwoordelijk zijn voor het aankruisen van alle raakbollen en het verwijderen van de krijtstrepen van NIET -raakbollen. Hij zal verantwoordelijk zijn voor het verwijderen van alle dode bollen uit de gracht, de bollen die van de mat zijn afgegaan, of die in het dode gebied liggen, ook die het middenblok geraakt hebben.

    d) Hij zal beslissen over de lijnbollen samen met de andere skip en over alle andere mogelijke twistpunten. Bij geen overeenkomst met de andere skip, zal men de scheidsrechter vragen te oordelen, zijn oordeel zal dan beslissend en bindend zijn.

    e) Wanneer hij aan de voetmatzijde is om zijn bollen te spelen, mag hij naar het andere eind gaan ENKEL als hij aan de beurt is, dus als hij in het bezit is van de baan van de mat( en dit enkel bij zijn laatste bol).
Hij zal zijn bol NIET VERDER DRAGEN dan de dichtstbijzijnde dode lijn. Iedere bol verder gedragen over de dode lijn zal DOOD verklaard worden en moet uit het spel genomen worden.

36.2 Derde speler (third) in een Fours spel

    a) De derde speler heeft als taak de meting uit te voeren en overeen te komen met zijn collega wat de punten betreft. Eventueel zijn collega laten meten bij  twijfel. Hij zal ook zijn skip over het resultaat berichten. Indien de derde spelers niet tot een akkoord kunnen komen, zullen zij de skips ter hulp roepen en deze zullen de beslissingen nemen. Indien men niet tot een akkoord komt, dient men een scheidsrechter te raadplegen .

    b) De derde speler zal alle raakbollen aankruisen of de  aankruisingen verwijderen van de niet -raakbollen. Hij zal verantwoordelijk zijn voor het verwijderen van alle dode bollen uit de gracht, de bollen die van de mat afgegaan zijn, of die in het dode gebied liggen; ook die het middenblok geraakt hebben. Hij zal er ook over waken dat de jack of een raakbol in de gracht niet verplaatst wordt door een andere bol, tenzij die bol een raakbol is.

    c) De derde speler is enkel bevoegd als zijn ploeg in het bezit is van de baan van de mat. Indien de kop wijzigt zal hij zijn skip informeren en hem richtlijnen geven hoe te spelen in de nieuwe situatie.

    d) Mits toelating van de wedstrijdleiding mag de derde speler zich bevinden aan de overkant (jackzijde) terwijl zijn eerste en tweede speler spelen.

Commentaar: In feite neemt de derde speler de taak over van de skip als deze zijn bollen moet gaan spelen.

36.3 Tweede speler in een fours-spel

    a) De tweede speler houdt de punten bij (scorekaart + of -bord) en zal er over waken dat alle namen van alle spelers genoteerd staan op de scorekaart.

    b) De tweede speler zal de punten invullen voor beide ploegen zoals overeengekomen door de derde spelers en hij zal zijn scorekaart met die van zijn tegenstander vergelijken na ieder gespeeld end.

    c) De tweede speler zal verantwoordelijk zijn voor de scorekaart en deze blijft in zijn bezit, totdat hij ze aan zijn skip overhandigt ter aanvulling.

36.4 Tweede speler in een triple-spel

    a) De tweede speler houdt ook hier de scorekaart bij zoals in een fours-spel. Maar hier zal hij ook nog moeten overeenkomen met de tweede speler van de tegenpartij wat de puntentelling betreft. Hij zal zijn skip hierover informeren nadat de punten ingeschreven zijn.

    b) De tweede speler zal de puntenmeting mogen doen. De meting mag geen aanleiding geven tot het verwijderen van een bol totdat er overeenstemming is bereikt wat de puntentoewijzing betreft met de tweede speler van zijn tegenpartij. Deze laatste heeft het recht ook de meting uit te voeren. Indien men niet tot een akkoord kan komen zal men de skips roepen, die dan tot een beslissing moeten overgaan. Indien men niet tot een akkoord komt, dient men een scheidsrechter te raadplegen .

    c) De tweede speler is enkel bevoegd als zijn ploeg in het bezit is van de baan van de mat. Indien de kop wijzigt zal hij zijn skip informeren en hem richtlijnen geven om te spelen in de nieuwe situatie.

    d) De tweede speler zal alle raakbollen aankruisen en de krijtstrepen verwijderen van niet -raakbollen.

    e) De tweede speler zal alle dode bollen verwijderen.

    f) De tweede speler zal er over waken dat de jack of een raakbol in de gracht niet verplaatst wordt door een andere bol, tenzij die bol een raakbol is.

    g) De tweede speler mag de kop niet inspecteren als hij aan het voetmateinde is. Hij zal achter de mat blijven totdat de tweede speler van de tegenpartij zijn bol gespeeld heeft in dat end.

36.5 Eerste speler (lead)

    a) De 1ste speler zal de voetmat plaatsen zoals het hoort en er op toezien dat de jack juist ligt op de jacklijn voordat hij zijn bol speelt.

    b) De 1ste speler zal zijn bollen spelen, 1 bol per beurt afwisselend met de 1ste speler van de tegenpartij, totdat al hun bollen gespeeld zijn.

    c) De 1ste spelers mogen tijdens het spel de kop niet gaan inspecteren totdat alle spelers van dat end hun bollen gespeeld hebben. Zij blijven intussen achter de voetmat of eindkeper.

 

37. Spelovertredingen

37.1 Het volgen van de bol

Geen speler mag de bol volgen naar de kop, op de baan van de mat of naast de mat. Elke speler die een inbreuk pleegt op deze regel zal gewaarschuwd worden als hij de dichtstbijzijnde dode lijn overschrijdt.

Bij de tweede inbreuk op deze regel mag de skip van de tegenpartij de bol stoppen en deze uit het spel nemen (dode bol), of hij heeft het recht dat end te laten herspelen uit dezelfde speelrichting.

Opgelet: Deze regel is ook van toepassing op de skips. Deze mogen de kop slechts inspecteren voor hun laatste bol.

37.2 Spelen voordat de voorgaande bol tot rust gekomen is

    a) Wanneer een bol gespeeld wordt, voordat de voorgaande bol tot rust gekomen is, moet deze gestopt worden en uit het spel genomen (dode bol).

    b) Wanneer zo’n een bol de kop verstoort of een andere bol of jack raakt, mag de tegenpartij beslissen of ze de situatie laat zoals ze is, of ze nietig verklaren. In het laatste geval herspeelt men dat end uit dezelfde speelrichting.

37.3 Verwisselen van de volgorde van de spelers

De spelers mogen hun volgorde veranderen na het beëindigen van eender welk end. Zie dagreglement.

37.4 Spelen voordat men aan de beurt is

    a) Indien een speler zijn bol speelt voordat hij aan de beurt is, zal de skip van de tegenpartij het recht hebben deze bol te stoppen en te zorgen dat deze terug gespeeld wordt in de juiste volgorde.

    b) Indien zo’n een bol de jack verplaatst of de kop wijzigt zal de skip van de tegenpartij de keuze hebben deze situatie te laten of ze NIETIG verklaren.

    c) Indien de kop nietig is verklaard, zal het end terug gespeeld worden uit dezelfde speelrichting.

    d) Indien de kop mag blijven zoals ze is, in de nieuwe situatie, zullen de andere spelers verder spelen in die nieuwe beurtvolgorde, die nu ontstaan is.

37.5 Het spelen van een verkeerde bol

Een bol per ongeluk gespeeld en toebehorende aan een andere speler, zal vervangen worden door de speler zijn eigen bol.

Men kan het wisselen beter door een scheidsrechter laten doen.

37.6 Het verwisselen van de bollen

Geen speler zal zijn bollen verwisselen voor andere gedurende het spel, tenzij deze beschadigd worden of afgekeurd door de wedstrijdleiding als niet-overeenkomstig de reglementen.

37.7 Het verlaten van de speelmat

    a) Geen speler mag de speelmat verlaten tijdens het spel, zonder zijn overeenkomstig nummer van de tegenpartij te verwittigen, en dan nog maar voor een periode van max. 10 minuten.

    b) Indien gedurende een spel een speler verplicht is de speelmat te verlaten ten gevolge van een ziekte of andere ernstige oorzaak, dan mag zijn plaats ingenomen worden door een vervanger als beide kapiteins er mee instemmen.

    c) Wanneer zo’n een speler die de speelmat heeft verlaten ten gevolge van een ziekte of andere ernstige oorzaak, terugkomt nadat zijn vervanger zijn plaats heeft ingenomen op de speelmat, zelfs indien zijn vervanger nog geen enkele bol gespeeld heeft, MAG HIJ NIET MEER aan het spel meedoen, zelfs niet als vervanger in een ander spel op een andere speelmat.

    d) Indien de skip van de tegenpartij echter niet akkoord gaat met de vervanger of als er geen vervanger voorhanden is, zal het spel verder gespeeld worden zonder de afwezige speler. Deze wordt dan als de 2de speler beschouwd.

(zie voor spelersvolgorde in dat geval de volgende regels: e) van “AFWEZIGE SPELERS” en Spelen met een ontbrekende speler.)

37.8 Afwezige spelers

    a) Indien een speler van een ploeg afwezig is op het tijdstip voorzien voor de start van de match, zal men een wachttijd van 10 minuten mogen toestaan.

    b) Indien er proef- of test ends voorzien zijn, zullen deze starten in de afwezigheid van de ontbrekende speler. Deze verliest dan zijn recht op proefends (forfait).

    c) Indien de afwezige speler opdaagt voordat de proefends beëindigd zijn, zal hij toegelaten worden tot de match, enkel zijn recht tot proefends blijft vervallen.

    d) Indien de afwezige speler niet opdaagt voor de wachttijd verstreken is en de match zou moeten beginnen, wordt hij uitgesloten van deze match en in een singles of pairs match wordt de aanwezige partij de winnaar door forfait.

    e) Bij de aanvang van een triples – of een foursmatch zal men de afwezige speler beschouwen als zijnde de 2de speler die ontbreekt. De nieuwe spelersvolgorde is dan;
1ste speler; 1ste speler; 2de speler (=skip) bij triples
1ste speler; 1ste speler;2de speler (=3de) bij fours

    f) Indien de afwezige speler opdaagt nadat de voetmat is geplaatst (na een wachttijd van 10 min.) voor het eerste end, zal hij aan de match NIET mogen deelnemen.

37.9 Spelen met een ontbrekende speler

Er zal geen boete, noch extra bollen voorzien worden voor de ploeg van de afwezige speler, maar in een triples en fours match zal de ontbrekende speler beschouwd worden als zijnde de 2de speler. De nieuwe spelersvolgorde is dan;
1ste speler; 1ste speler; 2de speler (= skip) bij triples
1ste speler; 1ste speler;2de speler (=3de) bij fours

37.10 Voorwerpen op de speelmat

Onder geen enkele omstandigheid zullen voorwerpen op de speelmat toegestaan worden die een speler helpen of die het spel kunnen beïnvloeden. Hetzelfde geldt voor de eindkeeper, het middenblok, de jack, of een bol of ergens anders.

 

38. Puntentelling

38.1 De punten

    a) Een punt per bol zal toegekend worden slechts aan een partij wiens bol of bollen dichter bij de jack liggen dan de eerstvolgende bol van de tegenpartij.

    b) Wanneer de laatste bol gespeeld is en tot rust komt mag een partij om 30 seconden wachttijd verzoeken voordat de meting begint. Gedurende deze tijd zal geen bol worden aangeraakt, aangekruist, gemeten of verstoord of verplaatst worden. Het verzoek moet onmiddellijk aangevraagd worden als de laatste bol tot rust komt.

    c) Noch de jack, noch de bollen mogen weggenomen worden totdat beide partijen het eens zijn met de resultaten. Behalve wanneer een bol (of bollen) moet weggenomen worden om een meting mogelijk te maken van een andere bol.

    d) GEEN METING ZAL TOEGESTAAN WORDEN VOORDAT DE LAATSTE BOL GESPEELD IS.

38.2 Meting

    a) Elke meting zal uitgevoerd worden met meetinstrumenten en hulpmiddelen die normaal voor dat doel gemaakt zijn en door de Belgische Short Mat Bowls Federatie als dusdanig aanvaard worden.

    b) De meting zal uitgevoerd worden in de kortste afstand tussen beide voorwerpen.

    c) Indien een te meten bol rust op een andere bol die de meting onmogelijk maakt, zal men de te meten bol zodanig ondersteunen of vastzetten (meestal met spieën) dat de in de weg staande bol weggenomen kan worden. Hetzelfde geldt indien er meerdere bollen bij betrokken zijn. Het gebruik van een hand of vinger voor dat doel is VERBODEN.

    d) Hetzelfde geldt natuurlijk voor een bol die zo overhelt dat bij een meting deze zou kunnen omvallen. Deze bol zal dus  ook in haar positie geblokkeerd (spieën) moeten worden.

    e) Het gebruik maken van een hand of een vinger op de jack of op de bol kan de ligging ervan verstoren. De skip van de tegenpartij kan dan het punt of punten opeisen of de punten verwerpen die het voorwerp uitmaken van discussie of twijfel.

    f) Het meten met een hand, voet, voetmat of een ander voorwerp dat NIET als een meetinstrument erkend is, is VERBODEN.

    g) Terwijl de metingen gebeuren, moeten alle andere spelers van de mat af

38.3 Onbeslist end (Tied end of Live end)

Wanneer het onmogelijk is te bepalen wie gewonnen heeft in geval dat: de bollen van beide partijen rusten op de jack, of de bollen van beide partijen liggen op exact dezelfde afstand van de jack, of er liggen geen bollen meer op het speelveld, noch raakbollen in de gracht, dan zal dat end ONBESLIST verklaard worden. Er zullen GEEN PUNTEN toegekend worden, maar het end zal wel op de scorekaart en of -bord genoteerd worden (nul - nul). Het spel wordt hernomen in dezelfde spelersvolgorde als het voorgaande en er zal begonnen worden waar het voorgaand end geëindigd is.

Wat de markering op de scorekaart en of scorebord betreft wordt dus het onbeslist end gemarkeerd met nul - nul voor dat end voor beide partijen. In een match op punten heeft dat in weze geen belang, WEL als men op ENDS speelt.

 

39. Extra end

    a) Ingeval de match eindigt met gelijkspel moet een extra end gespeeld worden, tenzij het dagreglement een gelijkspel toestaat.

    b) De ploegkapiteins in een ploegenmatch of de 1ste speler in de andere, moeten opnieuw tossen voor de start, de winnaar heeft het recht als eerste of tweede te starten.

    c) Een extra end zal altijd gespeeld worden vanuit de matzijde waar het eerste begonnen is.

    d) Indien er weer gelijkspel ontstaat, zal weer een extra end gespeeld worden, weer getost en begonnen waar het voorgaande end is gestopt.

 

40. Matchbeslissingen

De winnaar is de speler of ploeg met het hoogste aantal punten op het einde van de match.

Commentaar: Wanneer men niet op ends of op tijd of dergelijke speelt, kan men op punten spelen. Meestal is dit 21 punten (een verkorte match = 11 punten).

 

41. Toeschouwers

Personen die niet betrokken zijn in het spel zullen buiten de grenzen van de speelmat gehouden worden. Zij zullen noch door woorden, noch door daden de spelers verstoren of advies geven. De wedstrijdverantwoordelijken (scheidsrechter, enz.) zullen de gepaste maatregelen mogen nemen tegen zulke toeschouwers.

Commentaar: Supportersgedrag kan dus aanleiding geven dat een ploeg strafpunten krijgt of de match verliest.

 

42. De plichten van de markeerder

Hij zal:

    a)  De reglementen van het spel kennen en ze toepassen.

    b)  In het bezit zijn van krijt en de nodige meetinstrumenten en eventuele hulpmiddelen.

    c)  In het bezit zijn van een scorekaart en een pen of potlood, en er op toezien dat de namen van de spelers ingevuld zijn.

    d)  Hij moet zich vertrouwd maken met de identificatietekens (stickers, gravure enz.) op de bollen van elke speler.

    e)  Getuige zijn bij de toss.

    f)  Zien dat de voetmat correct ligt en de jack leggen op aanwijzingen van de eerste speler.

    g)  Een strikt neutrale houding aannemen.

    h)  Antwoorden op de vragen van de spelers, maar zelf geen informatie geven als hem niets gevraagd wordt.

    i)   Zeker geen commentaar geven.

    j)   Zich enkel richten tot diegene die in het bezit is van de baan van de mat.

    k)  Hij noteert enkel de score zoals de beide spelers overeenkomen.

    l)   Enkel op verzoek meten, zal geen bol verplaatsen of verwijderen totdat de beide spelers tot een akkoord gekomen zijn over de punten.

    m) In geval van twijfel bij een meting mag hij geen beslissing nemen. Hij zal de scheidsrechter roepen om te beslissen.

    n)  Houdt de spelers op de hoogte van de evolutie van het spel (zie h).

    o)  Kruist alle raakbollen en verwijdert eventuele krijtsporen van niet- raakbollen.

    p)  Verwijdert alle dode bollen in de gracht en het dode gebied. (In feite alle dode bollen).

    q)  Beslist over lijnbollen.

    r)  Na het beëindigen van de match zorgen dat de scorekaart getekend wordt door de verliezende speler. Zorgt ook dat deze scorekaart aan de wedstrijdleiding overhandigd wordt.

 

43. Plichten van de scheidsrechter

    a)  Zorgen dat er gespeeld wordt volgens de reglementen van de Belgische Curve Bowls Federatie (eventueel aangepast door een dagreglement).

    b)  Zorgen dat de wedstrijd een normaal verloop heeft en dat er op een competitieve en sportieve manier gespeeld wordt.

    c)  Ter beschikking staan voor raadpleging voor ieder punt wat de reglementen betreft.

    d)  Meten van alle twijfelgevallen, hij/zij zal geen enkele inmenging toestaan en zijn oordeel zal beslissend en bindend zijn.

    e)  Hij/zij zal geen commentaar geven, raad geven of aanmoedigen.

    f)   Zal zich ten alle tijde strikt neutraal gedragen.

 

F. Competities

 

Competities zullen gehouden worden op provinciaal en nationaal vlak.

Meestal op de volgende manieren.

1. SINGLES EN PAIRS

   a) Wedstrijden gespeeld per groep in een ROUND-ROBIN (iedereen tegen iedereen) systeem op elke mat. De winnaars van elke groep spelen tegen elkaar op een knock-out (afval systeem) basis. (Er moeten 8 spelers overschieten in de kwartfinales).

   b) Elke wedstrijd tot aan de halve finale speelt men over TIEN ENDS. (Er moeten dan vier spelers overschieten voor de halve finale en 2 voor de finale).

   c) Tijdens de halve finale en finale speelt men over VIJFTIEN ENDS.

2. TRIPLES EN FOURS

   a) Wedstrijden gespeeld per groep in een ROUND-ROBIN (iedereen tegen iedereen) systeem op elke mat. De winnaars van elke groep spelen tegen elkaar op een knock-out (afval systeem) basis. . (Er moeten 8 spelers overschieten in de kwartfinales).

   b) Elke wedstrijd tot aan de halve finale wordt gespeeld over ACHT ends. (Er moeten dan vier ploegen overschieten voor de halve finale en twee voor de finale).

   c) De halve finale en finale worden gespeeld over TWAALF ENDS.

 

Opmerking

-  Het staat de Belgische Short Mat Bowls Federatie vrij om een ander systeem voor de wedstrijden toe te passen. Dit zal dan na overleg in een wedstrijdreglement van de dag meegedeeld worden.

-  Tornooien ander dan door de Belgische Short Mat Bowls Federatie ingericht zullen slechts gehouden mogen worden mits voorafgaandelijke schriftelijke toelating waarin de voorwaarden vermeld zullen worden. Bij gebrek aan een toelating zal het tornooi NIET erkend worden en mogen leden van de BELGISCHE SHORT MAT BOWLS FEDERATIE er NIET aan deelnemen op straffe van SANCTIES.

 

 

Woordenschat

 

Forehand = met de hand mee

Is voor de rechtshandige speler de afrol van de bol naar de rechtse zijde van het middenblok. Voor de linkshandige speler de afrol van de bol naar de linkse zijde van het middenblok.

 

Backhand = tegenhands

Backhand is voor de rechtshandige speler de afrol van de bol naar de linkse kant van het middenblok. Voor de linkshandige speler is het de afrol van de bol naar de rechtse kant van het middenblok.

 

Bias = verschoven zwaartepunt

Bias is de speciale eigenschap van één zijde van de bol die door de vormgeving de eigenschap heeft de bol in een curve te rollen. (In feite wordt door de speciale vormgeving het zwaartepunt van de bol van het midden naar één zijkant verschoven. Hierdoor ontstaat het effect dat wanneer de bolsnelheid vertraagt, het verschoven zwaartepunt de bol wil doen kantelen en zo in een curve verder rolt).

 

Block = middenblok

De middenblok is een voorwerp dat in het midden van de mat op de bloklijn ligt. (Het kan ook een molentje zijn, dat begint te draaien als een propeller als een bol het molentje raakt.) Het doel van het middenblok is een vuurschot te vermijden via het midden van de mat, waardoor de bollen van de mat gaan.

 

Fire shot of strike = vuurschot

Een fire shot of strike is een bol wiens snelheid zo hoog is dat de bol in een rechte lijn naar het doel (jack of bol) gaat; zonder een curve te volgen. (Het is meestal een wanhoopspoging).

 

Blocking of blocker = blokken

Is een bol die in de weg ligt van een andere bol, met het doel een bescherming te bieden aan de eigen bollen of de jack. (Opzettelijk of toevallig geplaatst).

 

Position bowl = positiebol

Is een bol achter de kop, om bij een eventuele verplaatsing van de jack voorwaarts in een goede positie te liggen.

 

Head = kop

Is het aantal bollen die tactisch rond de jack geplaatst zijn en nog altijd in het speelveld liggen.

 

Jack high = op jack hoogte

Uitdrukking die gebruikt wordt om aan de speler te melden dat zijn bol op dezelfde hoogte (lengte) als de jack ligt. (Van het einde van de mat).

 

Trailing =

Wil aanduiden dat het contact met de jack zodanig sterk is dat de jack verplaatst wordt en dat de bol de jack volgt in zijn nieuwe positie.

 

Resting bowl = rustende bol

Is een bol die zachtjes tegen de jack of bol uitrolt en er tegenaan blijft liggen.

 

Resting out bowl = in de plaats van – bol

Is een bol die krachtig tegen een andere bol botst en in diens plaats blijft liggen.

 

Draw = de perfecte bol

Is een afgerolde bol die voldoende kracht en snelheid heeft om in een curve het doel (jack of bol) te bereiken.

 

Bowl in course = bol in beweging

Is de bol vanaf de afroltijd tot dat de bol tot rust komt.

 

Controlling body = de officiële

Dit slaat op de persoon die de onmiddellijke controle uitoefent op de condities waaronder gespeeld wordt. bvb. De wedstrijdleiding

 

Dead area = dood gebied

Is dat gedeelte van de mat tussen de dode lijnen.

 

Live area = het levend gebied (speelveld)

Is dat gedeelte van de mat tussen de dode lijn en de goot (gracht) lijn. (Telkens wordt de rand van de markeerlijnen bedoeld).

 

Delivery lines = afrollijnen

Zijn de zijlijnen op de mat waarbinnen de voeten van de spelers  moeten blijven.

 

Delivery mat = voetmat

Is de rubberen voetmat vanwaar iedere speler zijn afrol start.

 

End = deel van het spel

Is de speelrichting op de speelmat naar de jack toe.

 

Fender = eindkeper

Is de houten keper die de goot (gracht) omsluit.

 

Rink mat = de baan van de mat

Is het geheel van de speelmat. (In de grote indoor en outdoor, zijn het de naast elkaar liggende speelbanen).

 

Running wood = een gecontroleerd vuurschot

Is een bol die voldoende kracht en snelheid heeft om zonder de inwerking van het zwaartepunt, rechtlijnig naar een bol of een kop gaat, met het doel een bol weg te slaan of een kop uit elkaar te slaan. Is een meer gecontroleerd vuurschot om de weg vrij te maken voor de volgende bol.

 

Wick shot = schampschot

Is de term die gebruikt wordt als de rollende bol tegen een andere bol kaatst en uit zijn natuurlijke baan wijkt.

 

Singles = enkel (1 x 1)

Speelterm die aanduidt dat er één speler speelt tegen één ander.

 

Pairs = dubbels of paren (2 x 2)

Speelterm die aanduidt dat 2 spelers spelen tegen 2 anderen.

 

Triples = (3 x 3)

3 spelers spelen tegen 3 anderen.

 

Fours = (4 x 4)

4 spelers spelen tegen 4 anderen.

 

Toelichting bij singles, pairs, triples en fours

Het bowlspel is gebaseerd op een ploeg van spelers die tegen een andere ploeg van 4 spelers spelen. De triples, pairs en singles zijn een andere variant ervan.

In de fours heten de spelers: 

LEAD = 1ste speler

SECOND = 2de speler

THIRD = 3de speler

SKIP = 4de speler

De SKIP is in feite de enige naam die wij gebruiken de rest duiden wij aan als 1ste, 2de en 3de speler. De SKIP is de kapitein van de ploeg en wordt gekozen voornamelijk omwille van zijn leiderskwaliteiten om de ploeg in een match naar de overwinning te leiden.

Moet niet de beste speler zijn, maar wel beschikken over goede diplomatieke gaven om de ploeg als één geheel te laten spelen. Moet ook over goede tactische ervaring beschikken om de nodige richtlijnen te geven. Deze moeten door de ploegleden blindelings opgevolgd worden.

 

Taken van de spelers

    SKIP = als kapitein van de ploeg tost (muntstuk opgooien) hij met de skip van de andere ploeg om te weten welke ploeg mag starten. Dezelfde procedure wordt gevolgd bij een extra en bij gelijk spel (wanneer er op ends of tijd gespeeld wordt). De skip gaat dan naar het andere uiteinde van de mat (waar de jack ligt) en geeft de tactische richtlijnen aan zijn spelers, neemt de dode bollen weg en kruist de “touchers” en legt de jack (op aanwijzing van de 1ste speler) neer op zijn plaats. De spelers blijven aan de startzijde van de mat tot dat ze al hun bollen gespeeld hebben, dan gaan ze naar de jack zone terwijl de skip naar de startzijde gaat om zijn bollen te spelen. (Laatste skip neemt de rubberen voetmat weg).

    3DE SPELER = de reserve-skip. Hij vervangt de skip als deze even weg moet (ziekte, behoefte…) of als de skip moet gaan spelen.

    2DE SPELER houdt de scorekaart en of het scorebord bij en tracht de kop te vormen.

    1STE SPELER legt de voetmat, geeft de aanwijzing aan de skip waar hij de jack wil hebben en rolt de 1ste bol. Meestal wordt voor de 1ste speler de MINST ervaren speler genomen omdat hij dan alle vrijheid en ruimte heeft om een kop op te bouwen rond de jack.

 

Taken van De marker = de markeerder

Bij de triples en pairs is de laatste speler de skip. In de singles vraagt men een neutrale persoon die de taken van de skip overneemt voor beide partijen maar met deze beperkingen:

- hij mag geen partijdige commentaren geven

- mag enkel antwoorden op vragen die gesteld worden door de spelers voor zover deze de andere partij niet schaden

- mag NOOIT tactische aanwijzingen  geven hoe een speler zijn bollen moet spelen

- moet strikt neutraal blijven

deze persoon noemt men de markeerder

 

Vuistregels voor het aantal bollen op de mat

Max. 16 bollen op een mat, uitgezonderd bij de triples waar dit 18 MAG (moet niet) zijn.

Max. 4 bollen per persoon

Praktisch:

Singles - max. 4 bollen per persoon (of 3 of 2 bollen per persoon (max. 8 op de mat)

Pairs - max 4 bollen per persoon (of 3 bollen per persoon of 2 bollen per persoon volgens afspraak). (max. 16 op de mat)

Triples - max.  3 bollen per persoon (meestal 2 bollen per persoon). (= 18 bollen op de mat)

Fours - 2 bollen per persoon (= 16 bollen op de mat)

 

Singles

☺☺☺☺ Max. 8 bowls/rink

☻☻☻☻ 4 Bowls/P/P

 

Pairs

☺☺☺☺☺☺☺☺ Max. 16 bowls/rink

☻☻☻☻☻☻☻☻ 4 Bowls/P/P

 

Triples

☺☺☺☺☺☺☺☺☺ Max. 18 bowls/rink

☻☻☻☻☻☻☻☻☻ 3 Bowls/P/P

Fours

☺☺☺☺☺☺☺☺ Max. 16 bowls/rink

☻☻☻☻☻☻☻☻ 2 Bowls/P/P

 

 

Toucher = raakbol

Is de uitdrukking die gebruikt wordt wanneer een bol in beweging een levende jack direct raakt, voordat deze bol tot rust komt.

Deze bol zal met krijt gekruist of aangestreept worden, voordat de volgende bol tot rust komt. (Dit moet best gebeuren voordat de volgende bol gerold wordt).

    - Ingeval de RAAKBOL in een positie verkeert dat aankruisen aanleiding zou kunnen geven dat de bol zou omvallen of een andere bol zou kunnen verplaatsen, wordt door de respectievelijke skips (of scheidsrechter of markeerder) deze bol VOORLOPIG NIET AANGEKRUIST, totdat de situatie het toelaat. MAAR er wordt klaar en duidelijk gezegd dat deze bol een RAAKBOL is en later zal aangekruist worden wanneer het gevaar geweken is.

    - Wanneer een raakbol ontstaat, vraagt men de volgende speler even te wachten met zijn afrol totdat de bol aangekruist is.

    - Directe aanraking met de jack kan ook gebeuren pas nadat de bol gestopt is in een hellende positie en heel langzaam, bijna tikkend, tegen de jack gaat aanleunen. In dit geval is het de traditie, dat meestal in een wedstrijd, een maximum van 30 seconden aangevraagd wordt om te zien of inderdaad de bol omvalt. Het spel wordt dus in feite stilgelegd, want een RAAKBOL die pas zou ontstaan als de volgende bol gerold wordt en eerder tot rust komt dan de “raakbol” is niet geldig.

    - Een bol die in het speelveld ligt en door een andere bol tot tegen de jack gestoten wordt is GEEN RAAKBOL.

    - De RAAKBOL blijft in het spel ook in de goot (gracht).

    - N.B. De techniek staat voor  niets. Er bestaat nu een “puf” een kleine spuitbus met vloeibaar krijt, dat in feite raak-mij-niet-aan bollen wel kan “aankruisen”.

 

 

Commentaar bij de regels

 

A. 3. Goot en Eindkeeper:

Omdat in België de standaardmaat van 7 cm makkelijker te vinden is, mag de 7.6 cm naar 7 cm afgerond worden.

 

A. 4. Het middenblok:

Omdat in België de standaardmaat van 7 cm makkelijker te vinden is, mag de 7.6 cm naar 7 cm afgerond worden.

 

A. 5. De Bollen:

    a) Vóór de introductie van kunststofbollen speelde men met houten bollen. Na ieder speelseizoen moesten deze terug naar de herstelwerkplaats. Wegens barsten in het hout werden deze op de draaibank weer glad gemaakt. Daardoor werd de bol ieder speelseizoen kleiner.

    b) Valsspelers verzwaarden de “BIAS” van de houten bollen met lood en dergelijke. Bij de huidige kunststofbollen kan dit praktisch niet meer, maar er zijn nog altijd houten bollen in omloop.

    d) Wat is “bias 3”?
Wel, gedurende eeuwen werden de houten bollen door plaatselijke vakluigemaakt. De oudste bollenfabrikant Thomas Taylor (gesticht in 1796) heeft in 1871, 5 soorten bollen gemaakt met verschillend zwaartepunt, (BIAS) genummerd van 1 tot 5. De flat-green bowlers van de Schotse Bowling Associatie kozen toen in 1893 de “bias 3” als standaardbol, en het is tot nu toe zo gebleven. De Crown-green bowlers vonden een bias 3 iets te zwaar en bias 2 te licht. Zij kozen voor een tussenmaat die nu 2 “full”-bias genoemd wordt.

 

A. 7. Schoeisel:

De “hielloze schoenen met vlakke zool” regel,  stamt af van de grasbollen sport, waar hielen of hakken indrukken in het gras maken. Hielloze schoenen zijn moeilijk te verkrijgen in België. De meeste kans heb je, als je zoekt bij de “indoortennis” schoenen.

 

A. 8. Kleding:

Gezien Curve Bowls (Short Mat) een klein broertje is van de grote Flatgreen, is het best, kledij aan te schaffen volgens de gebruiken van flatgreen. Met de kennis van de korte mat zal men vroeg of laat de grote indoor of outdoor flatgreen spelen. Daar speelt men meestal in het WIT.

Heren: witte broek, wit hemd en eventueel gekleurde clubpull-overs of hemden.

Dames: witte rok (of broek), witte bloes en eventueel gekleurde clubpull-overs of bloezen. Bij trainingen kan wit door grijs vervangen worden.

 

B. 9. Speelvorm en tijdsduur:

Met bvb 3 spelers in één ploeg en 4 in de andere spelen, mag niet.

Kijk wel naar punt 37.9 voor een uitzondering.

 

C. 11. Proef Ends:

Het was een traditie dat men één end op en één end terug speelt, iedere keer men op een vreemde mat komt. Maar het wedstrijdreglement of de wedstrijdleiding moeten bepalen of het toegepast wordt of niet. Indien men het zomaar doet kan de tegenpartij sancties eisen.

Als een eerste “speciaal end” op een foutieve wijze beëindigd wordt (jack buiten, bol over de eindkeeper…) , dan zal de tegenpartij één punt op de scorekaart krijgen.

De jack wordt dan terug op de oorspronkelijke plaats gelegd om de volgende spelers de gelegenheid te geven om ook de mat te leren kennen. Het verdere verloop van het “inrol end” zal niets meer veranderen aan de score. Er zal ook geen rekening gehouden worden met het buiten bollen van de jack  als eerste maal. (regel E.30 geldt bij een wedstrijd met “speciaal end” slechts vanaf het tweede end).

 

C.12 Tossen om te beginnen:

    a: Bvb : Als in een interprovinciale, interland of dergelijke wedstrijden tegelijkertijd op verschillende matten gespeeld wordt in singles of pairs, triples of fours. Dan hoeft men niet iedere keer te tossen. Neem nu België <->…, België wint de toss dus mogen ze op alle matten als eerste beginnen.

    b: Misschien ziet U het nut niet in van uw tegenstander eerst te  laten beginnen als U toch de toss gewonnen heeft. Bij de start van de match heeft het ook geen nut. Maar wel als de match op ends of tijd gespeeld is en het eindigt in gelijke puntenstand. Dan wordt er een EXTRA END ingelast om een winnaar te kennen. DAN moet men opnieuw tossen voor de start en dan kan de winnaar zijn voorrecht om als eerste te spelen afstaan. Waarom? Hij zal dan automatisch de LAATSTE BOL kunnen spelen de laatste bol bepaalt meestal de einduitslag, zeer belangrijk in de singles en de pairs.

 

C. 15  Plaatsen van de jack:

    b: Meestal na overleg met de eerste speler.

 

C. 16. Afrolhouding op de voetmat:

Er zijn meer en meer spelers, die met een knie op de mat gesteund, spelen. Omdat er hierover niets staat in de reglementen, wordt dit dan ook toegelaten. De knie dient wel tussen de afrollijnen te blijven, anders wordt dit aanzien als een voetfout.

 

C. 17. Voetfout:

Onder skip kan ook verstaan worden, de persoon die de taak van de skip vervult als deze niet aan het jackeinde van de mat staat. Bvb als de skip zelf speelt, of even het spel moet verlaten wegens bepaalde redenen.

 

C. 18. Verplaatsing van de eindkeeper:

Zie C. 17

 

D. 22. Een dode bol:

    f: en g: Wanneer men een winkelhaak of dergelijk instrument haaks op de rand van de gracht – of dodelijk plaats plaatst en de bol raak het instrument, raakt het in feite de lijn en is over de lijn.

 

E. 37.9 Spelen met een afwezige speler:

    e: Spelen met een afwezige speler kan als het dagreglement het toestaat
Een triples (enkel met 2 bollen) of een fours gespeeld wordt
Onderstaande volgorde dient dan gevolgd te worden.

Kolom 1 : triples waar zwart de ploeg is met één speler minder

Kolom 2 : fours waar zwart de ploeg is met één speler minder

A = zwart gaat op B = wit gaat op

 

   Kolom 1       Kolom 2

   A       B         A       B

  ☻      ☺       ☻      ☺

  ☺      ☻       ☺      ☻

  ☻      ☺       ☻      ☺

  ☺      ☺       ☺      ☻

  ☺      ☻       ☻      ☺

  ☻      ☺       ☺      ☻

  ☺      ☺       ☻      ☺

  ☺      ☻       ☺      ☺

  ☻      ☺       ☺      ☻

  ☺      ☻       ☻      ☺

                       ☺      ☺

                       ☺      ☻

                       ☻      ☺

                       ☺      ☻

 

37.10 Voorwerpen op de speelmat:

De huidige stand van de techniek heeft ervoor gezorgd dat er technische hulpmiddelen ontwikkeld zijn die gehandicapt mensen kunnen helpen curve bowls te spelen. Wij denken aan rolstoelgebruikers, blinden of slechtzienden en anderen, die dank zij de techniek mee kunnen spelen. Deze hulpmiddelen worden beschouwd als zijnde deel uitmakend van de speler. (Er bestaan reeds speciale rolstoelen, stokken om de bol of de jack op te lichten, speciale krukken, enz.).

 

38.1 De punten:

d: Dit is een zeer belangrijke regel die reeds menige speler heeft verrast. Het is namelijk de traditie dat de laatste bol niet hoeft gespeeld te worden. Dit is meestal het geval wanneer men aan de winnende hand is en men het risico wil vermijden dat de laatste bol de overwinning van de tegenpartij zou kunnen geven. Sommige spelers vragen dan een meting aan en als blijkt dat zij niet de winnende partij zijn, gaan ze hun laatste bol toch spelen. DIT IS ONGELDIG.

Immers regel 38,d zegt dat de meting pas dan mag beginnen als de laatste bol gespeeld is. Start de meting dan wordt verondersteld dat de laatste bol gespeeld is en er mag geen bol meer gespeeld worden. VOORZICHTIG DUS MET UW LAATSTE BOL.

 

38.3 Onbeslist end (tied end of live end):

Er is dus een verschil met een dood end. Daar moet men herbeginnen vanwaar men gestart is. Immers bij een onbeslist end zijn alle bollen gespeeld en liggen dus aan de jackzijde van de mat. Een dood end kan al bij de 1ste bol die gespeeld is. Daarom moeten de bollen terug bij een dood end en niet bij een onbeslist end.

 

 

Afmetingen

© 2018 Vlaamse Short Mat Bowls Federatie vzw

Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt in enige vorm of enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch door middel van druk, fotokopie, of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Vlaamse Short Mat Bowls Federatie vzw.

Copyright © 2018 Vlaamse Short Mat Bowls Federatie vzw. Alle rechten voorbehouden.

Speelmat

          Maximum Lengte                              45ft (13716mm)

          Minimum Lengte                              40ft (12192mm)

          Breedte                                              6ft (1828mm)

          Tolerantie Breedte                             2inch (50mm)

 

Eindkeeper   (A)

          Lengte (binnenkant)                          6ft (1828mm) x 3inch (76mm)

          Hoog                                                  3inch (76mm) Max Breedte

 

Middenblok

          Lengte                                                15inch (380mm)     

          Hoogte                                               3inch (76mm)

          Breedte                                              3inch (76mm) Max.

              

Voetmat

          Lengte                                                24inch (610mm)

          Breedte                                              14inch (356mm)

 

Afrollijnen   (B)

          Vanaf de middenlijn                          13inch (330mm)

          Lengte, vanaf de gootlijn                  54inch (1372mm)

 

Voetmatlijnen   (C)

          Vanaf de middenlijn                          7inch (178mm)

          Lengte                                               12inch (305mm)

          Vanaf de gootlijn (D) tot de

                      dode Lijn (E)                         108inch (2743mm)

 

Jack lijn   (F)

          Vanaf de dode lijn                             36inch (915mm)

          Vanaf de gootlijn                               36inch (915mm)

          Lengte                                               36inch (915mm)

 

Middenbloklijn   (G)  (In het midden van de mat)

          Lengte                                               15inch (380mm)

 

Eindkeeper, middenblok & markeeringen

          Eindkeeper & middenblok,               Witte Verf

          Markeringen ½inch (12.5mm)          Witte Tape

Speelmat

Maximum Lengte                  45ft (13716mm)

Minimum Lengte                   40ft (12192mm)

Breedte                                   6ft (1828mm)

Tolerantie Breedte                 2inch (50mm)

 

Eindkeeper   (A)

Lengte (binnenkant)              6ft (1828mm) x

                                                   3inch (76mm)

Hoog                                     3inch (76mm)

                                                   Max Breedte

 

Middenblok

Lengte                                   15inch (380mm)     

Hoogte                                  3inch (76mm)

Breedte                                 3inch (76mm) Max.

              

Voetmat

Lengte                                   24inch (610mm)

Breedte                                 14inch (356mm)

 

Afrollijnen   (B)

Vanaf de middenlijn             13inch (330mm)

Lengte, vanaf de gootlijn     54inch (1372mm)

 

Voetmatlijnen   (C)

Vanaf de middenlijn            7inch (178mm)

Lengte                                 12inch (305mm)

Vanaf de gootlijn (D)

    tot de dode Lijn (E)        108inch (2743mm)

 

Jack lijn   (F)

Vanaf de dode lijn               36inch (915mm)

Vanaf de gootlijn                36inch (915mm)

Lengte                                 36inch (915mm)

 

Middenbloklijn   (G)  (In het midden van de mat)

Lengte                                 15inch (380mm)

 

Eindkeeper, middenblok & markeeringen

Eindkeeper & middenblok          Witte Verf

Markeringen ½inch (12.5mm)    Witte Tape